Doornroosje, ook wel bekend als Roosje, is hét poppodium van Nijmegen en omgeving. In een modern nieuwbouwpand dichtbij het centraal station vinden wekelijks uiteenlopende evenementen plaats, van concerten tot aan festivals. Jonatan Brand is programmeur bij Doornroosje, een functie waarbij hij verantwoordelijk is voor het opstellen van een passend en afwisselend programma dat aansluit op het imago van het poppodium.
Jonatan, jij bent programmeur bij Doornroosje. Hoe ben je hier terecht gekomen?
‘Ik heb Communicatiewetenschappen gestudeerd. Iets heel anders dan wat ik nu doe. De reden dat ik hier nu zit is eigenlijk een uit de hand gelopen hobby. In mijn vrije tijd was ik veel met muziek bezig. De bands die ik juist leuk vond traden niet veel op, dus besloot ik om het zelf te regelen. Ik huurde een hok, nodigde bands uit en hoopte dat er mensen op af kwamen. Soms kwamen ze wel, soms niet. Als je dat een paar keer doet leer je wat handig is en wat je beter niet kunt doen. Dat is een mooie ervaring waar ik nu nog veel aan heb.’
Jonatan Brand
Wat houdt jouw functie als programmeur in?
‘Er zijn verschillende termen voor wat ik doe, in het Engels heet het promoter. Promoter vind ik een mooiere term, omdat het completer is. Het is niet zo dat ik alleen maar bands boek, ik heb ook de verantwoordelijkheid om de live muziek in Nijmegen te promoten. Samen met mijn twee collega’s ben ik eindverantwoordelijk voor de inhoud van de activiteiten van Doornroosje. Zowel intern in Doornroosje als externe festivals en evenementen zoals het Bevrijdingsfestival, Oranjepop en het Valkhof Festival. Bij deze verantwoordelijkheid komt inderdaad een heel takenpakket kijken. Je doet het voor de stad, voor Nijmegen. Het is belangrijk dat je de stad goed kent, dat je weet wat wel en wat juist niet kan. Daarnaast ben je bezig met de muziek, de laatste ontwikkelingen, nieuwe stromingen en populaire acts. Het is die spanning en uitdaging die ik heel interessant en leuk vind aan mijn werk.’
‘De balans vinden tussen iets programmeren wat iedereen kent en het introduceren van spannende nieuwe acts is ook een uitdaging. Je wilt als poppodium toch vernieuwend blijven en de muzikale voorloper zijn. Het is belangrijk om dicht op de ontwikkelingen te zitten, bijvoorbeeld proberen om acts te boeken die op dit moment nog niet heel bekend zijn maar wellicht een rooskleurige toekomst tegemoet gaan. Het is belangrijk dat deze beginnende artiesten ook hier in Doornroosje kunnen staan.’
Hoofdingang van het vernieuwde Doornroosje
We kennen Doornroosje als een breed toegankelijk poppodium. Hoe zorg je voor een goede balans tussen commerciële acts en de wat meer alternatieve acts?
‘Commercieel is een lastige term. Als je een Grindcore band boekt in Merleyn voor €500,-, een ticket kost €8,- en het is uitverkocht, verdien je soms meer dan bij een concert hier in de grote zaal met 900 bezoekers. Dus ik denk dat mainstream een betere term is. Voor de verbouwing was er bijna geen plek waar een act kon spelen die meer dan 400 tickets verkocht. Nu is die er wel. De weg die een act of band nu af kan leggen in Nijmegen en in Doornroosje is nu veel completer geworden.’
‘Een onbekende band uit een bepaalde niche zullen we bijvoorbeeld eerst in Merleyn programmeren. Als dat goed loopt en ze zijn een volgende keer weer op tour, krijgen ze een plekje in onze kleine zaal. Soms breekt zo’n band door en wie weet staan ze binnenkort in onze rode zaal (de grootste zaal met een capaciteit van 1100 bezoekers, red.). Daarnaast verdient ook popmuziek een plek in Nijmegen. Bekende bands zoals Racoon en BLØF kent bijna iedereen, het is onvermijdelijk dat deze bands altijd meer op zullen vallen dan acts die meerdere keren in Merleyn staan en het heel goed doen.’
Heb je een voorbeeld van een band die jij hebt geboekt toen ze nog niet bekend waren, en die op een gegeven moment zijn gaan groeien?
‘Ja, My Baby is een mooi voorbeeld van een band die eigenlijk het hele proces heeft doorgemaakt. Ze hebben op het Valkhof Festival gestaan en in Merleyn gespeeld. Dat is uiteindelijk uitverkocht geweest. Zo hebben ze jaar na jaar een stapje kunnen maken. Nu staan ze hier binnenkort in de rode zaal beneden en die is uitverkocht. Die groei is erg belangrijk. Het is zonde als je een band ergens boekt en het verkoopt niet. Dat is niet leuk voor ons en zeker niet voor de band. Zo proberen we voor elke act op het juiste moment de juiste plek te vinden.’
My Baby op het Valkhof festival, foto door Matthijs Mekking
Wat is het meest memorabele moment uit jouw carrière?
‘Ja die moet natuurlijk nog komen.’ zegt Jonatan lachend. ‘Nou misschien is het meest memorabele moment wel heel cliché… We zijn verhuisd naar het nieuwe pand omdat het pand waarin wij zaten instortte. Het oude Doornroosje, waar we 40 jaar hebben gezeten, was een oude school. Het gebouw was niet gemaakt voor de hoeveelheid mensen die daar kwamen feesten en naar bands kwamen kijken. Het gebouw was na al die tijd helemaal doorleefd. Daarnaast was het gebouw helemaal niet praktisch. We werden ingehaald door de tijd en het was echt tijd om te verhuizen.’
‘Het proces van zo’n verhuizing loopt natuurlijk al heel lang en daar ben je dan, samen met de Gemeente, ontzettend veel mee bezig. Ik werkte in die periode een jaar bij Doornroosje. Op een gegeven moment kom je in een situatie waarin we in ons oude pand zitten en weten dat het nieuwe pand 1 oktober open gaat. Dan zijn er in het oude pand nog shows maar moet er voor het nieuwe pand geprogrammeerd worden. Die overlap levert stress en spanning op. Ik vind het heel bijzonder hoe goed de verhuizing gelukt is. Het ontwerp en de uitwerking daarvan sluiten precies aan op ons plan van eisen. Ik vond het heel bijzonder om die verhuizing van zo dichtbij mee te maken.’
Hoe reageren de bezoekers op de nieuwe locatie van Doornroosje?
‘Het is heel fijn om te zien dat de sfeer en de manier waarop mensen de muziek beleven zo weinig veranderd is. Natuurlijk is het anders, want het is een andere plek en we moeten ontwikkelen maar op veel gebieden is er weinig veranderd. Ook het programma profiel is hetzelfde gebleven. De manier van programmeren is met de verhuizing wel grotendeels mee veranderd omdat we nu plek hebben voor bands met 1100 bezoekers. Ik denk dat het eigenlijk een ontwikkeling is die meer te maken heeft met alle ontwikkelingen binnen de popmuziek. Daar gaan wij in mee, dat is onze rol als poppodium, maar dat heeft verder met het pand vrij weinig te maken.’
De Nederlandse band Navarone in een uitverkochte rode zaal in Doornroosje, foto door Marcel Krijgsman
Zijn er ook maatschappelijke aspecten waar Doornroosje haar programma op aanpast?
‘Muziek is natuurlijk onlosmakelijk verbonden aan politiek. Als poppodium hebben wij een belangrijke opdracht en dat is live muziek promoten, en daarin maken we ook weleens politiek geladen keuzes. Daarnaast denk ik dat het feit dat Doornroosje voor iedereen is, in zekere zin ook een hele maatschappelijke keuze is. We vinden het heel belangrijk om er voor de hele breedte van ons verzorgingsgebied te kunnen zijn. Dat betekent dat we bijvoorbeeld op donderdag een black metal avond kunnen hebben, op vrijdag een hiphop dansavond en zaterdag een blues concert. Het is echt voor iedereen en daar zit ook een stukje overtuiging in. De verbindende factor blijft de muziek en daardoor zal je op avonden mensen met hele verschillende idealen toch bij elkaar hebben, omdat ze wel van dezelfde muziek houden.’
Als een band jou benadert voor een plekje in het programma van Doornroosje, waar let jij dan op en wat vind jij belangrijk?
'We krijgen tientallen acts die zich per dag aan ons aanbieden.'
Serieus? Zoveel?
‘Ja, echt. Er zijn veel mensen die een band hebben en die willen spelen. En als we zoveel aanmeldingen krijgen is het belangrijk dat je opvalt. Stel een directe vraag, zoals “Hoi, ik zie op jullie agenda dat jullie dan en dan deze band op het programma hebben staan, en ik denk dat wij een leuk voorprogramma zijn”. Daar heb ik veel meer aan dan een mailtje waarin staat ‘Hoi dit is mijn bandje’ met een demo erbij. Probeer niet te veel afhankelijk te zijn van mensen zoals ik. Het is belangrijk om zelf te blijven bouwen aan je fanbase en zelf stappen te ondernemen. Als je een keer een optreden regelt in een café en je zorgt dat het vol staat met mensen, dan trekt dat mijn aandacht en word ik nieuwsgierig. Dan wil ik weten wie die band is.’
‘Het is lastig om op te vallen tussen honderd acts per dag. We kunnen onmogelijk alle bands die zich aanmelden een plek bieden. Toch denk ik dat we hier in Nijmegen wel een gezond klimaat hebben wat dat betreft. Er zijn naast Doornroosje en de verschillende festivals genoeg plekken waar men op kan treden. Dat houdt het levendig en geeft veel bands de kans die ze zoeken. Aan de andere kant van de medaille zijn er genoeg acts die altijd goede muziek zullen maken maar nooit zullen groeien. Dat is dan echt niet hun schuld, soms wordt de muziek die je maakt gewoon steeds minder populair. Je kan niet precies zeggen waar het succes van een band aan ligt, je doet gewoon je best om opgepikt te worden. Een poppodium is maar één manier om bekend te worden.’
Welke tips zou je geven aan mensen die in jouw schoenen willen staan?
‘Het belangrijkste is denk ik het openstaan en het in contact zijn met de stad, de bands, de boekingskantoren, de trends etc. Een open houding is heel erg belangrijk, niet alleen naar muziek maar ook naar de mensen die daarbij horen. Met een open, nieuwsgierige houding en veel naar muziek luisteren ben je al een heel eind. Daarnaast zijn een passie voor muziek en een intrinsieke motivatie om op zoek te gaan naar muziek essentieel.’
Gerelateerde blogs:
Het succes en tips van Gigstarter artiest The Loopfactory in België
Fulco Polderman (Warner Music): de kracht van marketing voor artiesten
Op de hoogte blijven van Gigstarter en zijn artiesten?
Meld je aan voor de kwartaal nieuwsbrief